• Specialistisch onderzoek

  • Erkende archeologen

  • Verstand van zaken

  • Vlakdekkende opgraving

  • Effectieve samenwerking

  • Diepgaand onderzoek

  • Restauratie en conservering

  • Uitgebreide ervaring

Copyright 2024 - Vlaams Erfgoed Centrum

Archeologienota

Archeologie betekent niet altijd direct: opgraven. Bij een vooronderzoek worden verschillende methoden ingezet om te kijken of opgraven kan worden voorkomen. Eén van deze methoden is geofysisch onderzoek. Hierbij worden niet-intrusieve technieken gebruikt die de bodem 'scannen'. Zo kan worden gekeken of er archeologische resten aanwezig zijn, en zo ja, wáár en hoe er moet worden gegraven. 

Geofysisch onderzoek is een verzamelnaam voor technieken zoals magnetometrie, grondradar (GPR), elektrische weerstandsmeting of metaaldetectie. Met deze technieken worden aan het oppervlak signalen gemeten of verstuurd en opgevangen. Hiermee kan doorgaans worden vastgesteld welk soort materiaal of verstoring er in de bodem zit en bij benadering hoe diep.  

Enkele voorbeelden:

Bij magnetometrie wordt gezocht naar verstoringen in het aardmagnetisch veld. Deze verstoringen worden veroorzaakt door objecten met magnetische eigenschappen die afwijken van die van het aardmagnetisch veld. Vaak zijn dat objecten die in meer of mindere mate ijzerhoudend zijn. Hiermee kunnen explosieven worden opgespoord, maar natuurlijk ook archeologische vondsten, zoals metalen voorwerpen maar ook bijvoorbeeld baksteen en puin. Magnetometrie heeft een meetbereik van 3 à 4 meter; bij grote oppervlakken worden meerdere magnetometers tegelijkertijd gebruikt. 

Ground Penetrating Radar (GPR) is een techniek waarbij radarsignalen de grond in worden gestuurd en weer opgevangen. De radarsignalen laten zien waar eventuele afwijkingen in de bodemstructuur zitten. Dit kan betekenen dat er op die plek in het verleden is gegraven. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld kuilen of graven worden gedetecteerd. 

Bij weerstandsmetingen worden steeds twee elektroden in de grond geprikt. De metingen geven de variatie in elektrische weerstand in de bodem weer. Afhankelijk van de verstoringen in de ondergrond wordt de stroom goed of minder goed geleid. Met deze techniek kunnen bijvoorbeeld oude muurresten worden opgespoord die onder het oppervlak liggen. 

Een metaaldetector zendt zelf magnetische pulsen uit en meet de respons van eventuele metalen voorwerpen in de bodem. Een metaaldetector heeft een bereik van 30 tot 50 cm. 

Maar er is meer mogelijk met geofysisch onderzoek. Vaak wordt dergelijk onderzoek gecombineerd met ander vooronderzoek zoals boringen of proefputten, dit om een referentiekader te hebben voor de meetresultaten. Eventueel kunnen verschillende geofysische onderzoeken worden gecombineerd voor een beter resultaat, indien het onderzoek daar om vraagt. Afhankelijk van (onder andere) het terrein, textuur en vochtigheid van de bodem, de verwachte archeologische resten, diepte en de vraagstelling van het onderzoek kunnen we u adviseren over de beste en meest besparende aanpak. En indien u dit wenst, maken we een offerte voor u. 

Heeft u nog vragen over geofysisch onderzoek: stel ze gerust

Natuurwetenschappelijk onderzoek

Tijdens opgravingen komen vaak vondsten tevoorschijn die licht kunnen werpen op de ouderdom van de vindplaats of van de vondsten. Het VEC verzorgt de uitvoering van dateringsonderzoek, door middel van 14C, OSL en dendrochronologie. Ook werken we samen met laboratoria die gespecialiseerd onderzoek uitvoeren, zoals DNA analyses, in het kader van fysisch antropologisch onderzoek.

dendrochronologie

Tijdens opgravingen komen vaak vondsten tevoorschijn die licht kunnen werpen op de omgeving van de vindplaats. Het VEC verzorgt de uitvoering van fysisch geografisch, botanisch en zoölogisch onderzoek. De zaden en pollen van planten laten zien hoe het landschap eruit gezien heeft, hoe er gebruik van werd gemaakt en of er bijvoorbeeld gewassen werden verbouwd of dat het terrein braak gelegen heeft. De bodemopbouw die door fysisch geografen in kaart gebracht wordt vertelt de geschiedenis van bijvoorbeeld een rivierloop of de vernatting of verdroging van een gebied. Dierenbotten en -botjes vertellen over veeteelt, milieu of ongedierteplagen.

botjes van knaagdieren © VEC   profielbeschrijving©VEC

 

 

Het opgraven van steentijd artefactensites vergt een specifieke methodiek en manier van opgraven. Indien na vooronderzoek blijkt dat één of meerdere vuursteenvindplaatsen op het terrein aanwezig zijn en deze niet behouden kunnen blijven, wordt meestal vervolgonderzoek geadviseerd in de vorm van een zeefonderzoek.

Deze vindplaatsen bestaan voor een groot deel uit een verspreiding van vuursteen. Om ruimtelijke patronen uit deze verspreiding te analyseren wordt de vondstspreiding door middel van een grid van zeefvakken opgegraven.

Over de vuursteenvindplaats wordt een (digitaal) grid heen gelegd, waarna ieder vakje -meestal 50 x 50 cm groot- handmatig wordt uitgegraven. Hierna wordt het sediment gezeefd op zoek naar vuursteenartefacten, maar ook natuursteen, houtskool of ander organisch materiaal. Na afronding van het onderzoek worden de bevindingen gepresenteerd in een helder rapport. Na bestudering van het vondstmateriaal en de vondstspreiding -zowel horizontaal als verticaal- ontstaat een goed beeld van wat er zich op deze locatie in het verleden heeft afgespeeld.

vuursteen©VEC   zeef©VEC

Vondsten komen niet altijd ongeschonden uit de grond. Voorwerpen van metaal, aardewerk en glas moeten soms worden geconserveerd. Zo blijven ze bewaard voor volgende generaties of kunnen ze worden tentoongesteld. Het VEC werkt samen met enkele gerenommeerde restauratoren.

conservering © VEC

More Articles ...

  1. Bestudering van materiaal

U bent hier:

f m