Landschappelijke boringen
In het verleden was het landschap vaak bepalend voor de keuze om van mensen om er te wonen, voedsel te verzamelen, akkerlanden aan te leggen etc. Met een landschappelijk booronderzoek wordt ter aanvulling op de kennis uit de bureaustudie onderzocht hoe het landschap binnen het plangebied er in het verleden uit heeft gezien. Met deze kennis over het landschap kan beter bepaald worden of het gebied zich in het verleden leende voor bijvoorbeeld bewoning. Daarnaast kan er ook vastgesteld worden of er in het meer recente verleden verstoringen zijn geweest. Dit laatste kan van invloed zijn op de bewaring van archeologische resten.
Bij het landschappelijk booronderzoek worden verspreid over het plangebied boringen gezet (veelal in een 30x30m grid). Uit de boorkernen kan de gelaagdheid van de bodem afgeleid worden.
Landschappelijke profielputten
Als het landschappelijk booronderzoek onvoldoende uitsluitsel kan geven over de bodemopbouw, kan er aanvullend geopteerd worden voor de aanleg van profielputten. In de praktijk zal dat vaak pas nodig zijn als de bodemopbouw erg complex is.